Tjitske (76): ‘De beren staan wel gezellig’
Tjitske van Eenige is coördinator van de breiclub in Hoogmade. ‘Om de week ga ik naar de breiclub. Het is lekker dichtbij. Dus ik kan er lopend heen.’
‘Ik ga vooral om mensen uit het dorp beter te leren kennen. We nemen allemaal onze eigen breiwerkjes mee. Vaak iets eenvoudigs, zoals een sjaal of deken, zodat we tijdens het breien lekker kunnen bijkletsen. Mensen zoeken elkaar ook buiten de breiclub op, sommigen gaan samen naar uitjes van de plaatselijke ouderenvereniging.’
Het stokje overnemen
‘De breiclub bestaat al veertig jaar, het oudste lid is inmiddels 90 jaar. Ik vind het wel moeilijk, en confronterend, om mensen ouder te zien worden. Lopen of breien gaat hen soms steeds minder goed af. Zelf kan ik alles nog, maar je weet niet hoe dat in de toekomst gaat. Sinds kort komen er ook een aantal jongere mensen naar onze club. Hopelijk willen zij het stokje op een bepaald moment van mij overnemen.’
Patroontjes
Tijdens de lockdown kon de breiclub niet bij elkaar komen. ‘Om iedereen bezig te houden stuur ik nieuwe patroontjes door. Ook zijn er een stel mutsjes aan het breien voor de Goedgemutste Breicampagne. Iedereen redt zich wel.’
Nieuwe technieken
Het binnenblijven is voor Tjitske even wennen. ‘Ik was toch wel heel vaak onderweg. Ik heb het allemaal eens opgeschreven en in een maand tijd zijn er toch twintig afspraken die niet doorgaan. Nu heb ik wel wat meer tijd om te hobby’en. Ik probeer allerlei nieuwe technieken uit. Tegenwoordig kun je met YouTube zien hoe het moet.’
Blikgroenten
Naast de bijscholing heeft het vele binnenblijven ook gezorgd voor een verbetering in het huishouden. ‘Dat schoot er nog wel eens bij in! Er wordt nu wat meer schoongemaakt. En mijn boodschappen bestel ik één keer per week. Normaal heb ik altijd verse melk, maar nu houdbare melk. Ook meer diepvries- of blikgroenten. Producten waarvan ik denk: daar kom ik de week wel mee door.’
Beren
Voor de kinderen die buitenspelen, heeft Tjitske beren voor het raam gezet. ‘Ik was de enige in Hoogmade, maar inmiddels zijn er al zeven. Ik heb nog geen kinderen gezien, maar het staat wel gezellig.’ Zelf komt ze niet verder dan de tuin. ‘Ik mis mijn vriendinnen, waar ik regelmatig gezellig mee ging eten. Degene die komen blijven bij mijn tuingrens staan en dan zit er nog drie meter tussen. Het is belangrijk dat je toch contact houdt met de buitenwereld. Dat je wel iemand spreekt of iets hoort van buiten. Ik zit veel online en als ik hoor dat er een persoonlijk berichtje binnenkomt dan ga ik gelijk even kijken.’